GeoBaan

Kennisinstituut Mobiliteit

Regelmatig heeft het KiM plaats voor stagiaires (afstudeer- en meewerkstages). Ben je bezig met de afronding van een masteropleiding met raakvlakken met het werkterrein van het KiM? Of zoek je een stageplaats om onderzoekservaring op te doen? Mail dan jouw sollicitatie met CV naar info@kimnet.nl.

Je kunt in een sollicitatie ook aangeven projecten uit ons KiM-programma jou aanspreken. Begin 2026 wordt het KiM-programma geactualiseerd. Ter inspiratie, enkele projectideeën voor volgend jaar waar wij studenten op kunnen zetten:

  • Oorzaken en gevolgen van gewichtstoename van personenauto’s. De auto wordt groter en zwaarder. Jaarlijks zien we een gewichtstoename van 10 tot 20 kg per auto in de Nederlandse vloot van personenauto’s. Tegelijkertijd daalt de bezetting per auto gestaag. In dit onderzoek onderzoeken we de oorzaken en gevolgen van de gewichtstoename, en de instrumenten van IenW om op deze trend in te kunnen grijpen.
  • Redundantie, goed idee of niet? Je hoort steeds vaker een pleidooi voor redundantie. Denk aan  kwetsbare datakabels die op de oceaanbodem liggen, in plaats van (uit voorzorg) meters diep onder een laag beton. We horen ook steeds vaker over van ‘just in time’ naar ‘just in case’ (voor de zekerheid voorraden aanhouden). Eerder speelde deze discussie bij de mondkapjes: hadden we die niet op voorraad moeten hebben? Redundantie en voorraden aanleggen ‘voor het geval dat’ hebben echter ook een prijs en niet zo’n beetje ook: ruimtebeslag, extra investeringen die misschien niet nodig zijn, terwijl kwaadwillenden alsnog zwakheden kunnen vinden waar we niet aan hebben gedacht. Wanneer is redundantie wel nuttig en wanneer niet?
  • De relatie tussen keuzes in woongenot en reizen . De relatie tussen keuzes in woongenot en reizen vergt een nadere verkenning. Dit kan gaan over zowel de investering in reistijd, beïnvloed door o.a. de aanleg van infrastructuur, als in de uitgaven aan reizen, en de beleidsinvloed op de kosten van reizen via bijv. fiscale regelingen.
  • Digitaal als alternatief of (vooral) als aanvulling? Effecten van digitalisering op het belang aan fysieke bereikbaarheidDigitale alternatieven zijn steeds meer voorhanden. Om te winkelen, om te werken, om onderwijs te volgen, om zorg te krijgen, om sociaal contact te hebben… Met name in coronatijd zijn we er meer gebruik van gaan maken. De vraag kan worden gesteld in hoeverre fysieke bereikbaarheid in een wereld met deze digitale mogelijkheden nog van belang is. In hoeverre zijn deze alternatieven daadwerkelijk een substituut voor fysieke bereikbaarheid? Voor welke typen bestemmingen of activiteiten is dit meer/minder het geval?
  • Een verkenning van Mobilities of care in Nederland. ‘Mobility of care’ verwijst naar alle verplaatsingen die nodig zijn om (onbetaalde) zorgtaken uit te voeren. Denk hierbij aan boodschappen doen, kinderen wegbrengen of ophalen, of het begeleiden van familieleden. Deze zorggerelateerde ritten zijn essentieel, maar ze krijgen in het mobiliteitsbeleid veel minder aandacht dan woon-werk verplaatsingen. Hoe verhoudt dit motief zich tot andere reismotieven? Wat is kenmerkend aan die ‘mobility of care’ reizen?
  • De potentie van internationaal personenvervoer per trein.In de conceptanalyse ten behoeve van de Visie Internationaal Spoor wordt het internationaal spoor gepositioneerd als een modaliteit die een belangrijke bijdrage kan leveren aan het internationaal personenvervoer en de verduurzaming daarvan. Er moet dus in geïnvesteerd worden zowel qua spoorcapaciteit als in de organisatie ervan. De vraag is of de kosten in verhouding staan tot de baten. Is internationaal spoor wel een goed oplossing voor het verduurzamen van internationale reizen?
  • De mobiliteit van jongeren. In het KiM onderzoek van 2025 naar de BREVER-wet  hebben we gezien dat de reisduur per persoon per dag van de jongere leeftijdsgroepen de afgelopen vijfentwintig jaar behoorlijk sterk is gedaald. De verklaringen voor deze daling ontbreken nog. In dit project doen we diepgravender onderzoek naar de mobiliteit van de jongere leeftijdsgroepen van nu in vergelijking met vroeger.
  • De toekomst van de Nederlandse fietscultuur       Nederland kent een rijke fietscultuur. Het is (voor veel mensen) bijna vanzelfsprekend om voor relatief korte verplaatsingen de fiets te pakken. Al enkele decennia ligt het aandeel van de fiets op ongeveer een kwart van de verplaatsingen in Nederland. Blijft het in de toekomst zo evident dat de fiets zo’n groot aandeel in onze mobiliteit heeft? 
Bedrijf/organisatieKennisinstituut Mobiliteit, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
LocatieDen Haag
OnderwerpEén van genoemde projecten.
Contactpersoon Martijn van der Horst, stage coördinator,  
+31 06 11 37 72 11, Martijn.vander.horst@minienw.nl.